Zie ook Jenny Slatman ( 2007, Wijsgerig Perspectief 47, no. 2, pp 6-16): In 1990 onderging Nancy een harttransplantatie. In De Indringer (L´intrus, 2000) verbindt hij de beschrijving van dit autobiografische gegeven aan een filosofie van lichamelijke identiteit. De centrale these van dit essay is dat een toevoeging aan het lichaamsschema niet zomaar geduid moet worden als het zich eigen maken van iets vreemds. Nancy keert zich tegen de idee dat de functionele aanpassing van het lichaam aan hulpstukken, protheses of donororganen een toe-eigening van het vreemde impliceert. Hij noemt de toevoeging aan het eigen lichaam een indringer. Hiermee suggereert hij dat de toevoeging een vreemdeling is die altijd vreemd blijft, aan wie geen asiel en gastvrijheid wordt gegeven. Nancy presenteert dan ook heel nadrukkelijk geen theorie van het lichaamsschema dat vreemde zaken kan incorporeren. Daarmee onderscheidt zijn visie zich van bijvoorbeeld Merleau-Ponty´s analyses van de motorische intentionaliteit (1945). Het vreemde hart is exemplarisch voor de indringende en zich opdringende vreemdheid die Nancy in zijn tekst inzichtelijk wil maken.
Aandoening Hartfalen Harttransplantatie Thema Acceptatie Evenwicht Perspectief Andere Gezondheidszorg Patiënt Auteur Jean Luc Nancy Uitgever Boom Jaar 2002 OCLC 1110103452 (link naar de bibliotheek) Publicatie type Boek